Artikelen
Wat is pensioen? Complete gids en tips tegen het pensioengat
25 nov 2025
Wat is een pensioen? Uitleg, voorbeelden én hoe je een pensioengat voorkomt
Pensioen. Het klinkt stoffig, alsof je al halverwege achter de geraniums zit. Maar geloof me: pensioen is helemaal niet saai. Het is juist je vrijheidsmachine. Je toekomstpotje om straks helemaal je gang te gaan zonder dat een baas nog vragen stelt.
En ja, misschien denk je nu: Pensioen? Ik ben nog lang niet oud!
Heel goed, dat is juist het beste moment om na te denken over je pensioen. Wat hoe eerder je ermee begint, hoe beter het straks wordt.
Wie wil er nou werken tot zijn dood? Precies. Tijd voor wat geranium-power: inzicht, overzicht en zelf de eindbaas worden van je toekomst.
Hier is jouw superduidelijke pensioengids.
1. Wat is een pensioen?
Een pensioen is simpel gezegd: geld dat je krijgt, als je stopt met werken. Het is inkomen, net als salaris, maar dan zonder dat je er nog voor hoeft op te staan. Ideaal toch?
Het bestaat meestal uit een mix van drie of vier dingen (dit noemen we pijlers, daar komen we zo op terug), maar wat je vooral moet onthouden is dit:
👉 Een pensioen is eigenlijk niets anders dan: geld + tijd + slim rendement = rust.
2. Waarom heb je pensioen nodig?
Je krijgt toch ook AOW? Zeker. Maar het antwoord is simpel: de AOW is alleen een soort basisrustpunt. Fijn dat het er is, maar je koopt er geen droomleven van. Zeker niet als de boodschappen elk jaar duurder worden en inflatie vrolijk doordendert.
Je pensioen is een broodnodige aanvulling op die AOW. Er zijn verschillende manieren om dat te regelen. Wat veel mensen niet weten (of niet willen weten) is dat je dat meestal zelf moet doen, vóóraf. Je kan zelf bepalen hoeveel je aanvullende pensioen ongeveer wordt.
Helaas denken veel mensen daar niet over na. Beetje dom van ze, want het kost eigenlijk heel weinig tijd. Ongeveer evenveel tijd als het je kost om dit artikel lezen. Gelukkig ben jij wel zo slim, pensioentijger!
Het probleem is dus dat veel mensen tijdens hun werkende leven minder pensioen opbouwen dan ze denken. Ze krijgen dan te maken met het bekende pensioengat. Dat klinkt alsof je na je pensioen in een groot zwart gat valt, en dat is dan eigenlijk ook zo.
Als je later minder inkomen hebt dan je nodig gaat hebben, kunnen het opeens donkere tijden worden. Heb je eindelijk zeeën van tijd, kan je helemaal geen leuke uitjes meer betalen.
Dit zijn mogelijke oorzaken van een pensioengat:
Je bent zzp’er of ondernemer
Je hebt wisselende banen gehad
Je bent gescheiden
Je werkt parttime
Of je bent gewoon nooit echt begonnen
Geen zorgen: een pensioengat kun je opvullen. Geranium-power!
3. Jouw situatie: je AOW-leeftijd en huidige pensioen opzoeken
Eerst gaan we opzoeken wat bekend is over jouw situatie. Niet iedereen krijgt pensioen op dezelfde leeftijd. De overheid heeft bedacht dat we allemaal ouder worden (lekker bezig), dus moet de AOW-leeftijd mee omhoog.
Wil je weten wanneer jij het krijgt?
Check svb.nl/AOW-leeftijd en je weet het in 20 seconden.
Maar onthoud dit goed:
AOW = basis. Geen luxe. Geen marge. Geen reisjes naar Toscane/Stockholm.
Daarvoor heb je echt meer nodig.
Pensioen dus. Als je al werkt heb je misschien al wat opgebouwd. Waarschijnlijk heb je geen idee hoeveel. Terwijl het zo eenvoudig is:
Ga naar mijnpensioenoverzicht.nl
Log in met DigiD
Je ziet alles: AOW + werkgeverspensioen + geprojecteerde bedragen
Superhandig. En soms ook een slap in the face als je ziet dat je later €1.114 netto per maand krijgt. Dan weet je meteen dat het tijd is voor actie.
4. Zo zit een pensioen in elkaar
Dan is het nu tijd om de pijlers uit te leggen. Zoals gezegd is je pensioen opgebouwd uit meerdere delen. Alleen de eerste ligt vast en is voor iedereen hetzelfde. De andere kan je zelf regelen.
Pijler 1: AOW
Dit is dus de basis. De Nederlandse overheid geeft iedereen een basisinkomen voor zijn of haar oude dag. Fijn, maar geen champagnebudget.
Pijler 2: Werkgeverspensioen
Als je in loondienst werkt, bouw je meestal pensioen op via je werkgever. Jij bent verplicht een deel van je loon daar aan af te dragen. Je werkgever is ook verplicht een deel bij te leggen. Vaak best oké geregeld. Dit wordt beheerd door de grote pensioenfondsen en de hoogte ervan is te zien op de site hierboven.
Maar: wissel je van baan, of werk je soms (of vaak) ook zelfstandig of parttime, dan bouw je overal kleine beetje op. Niet handig. Ondernemers en andere zelfstandigen bouwen helemaal niks op. Daarom is er:
Pijler 3: Zelf pensioen regelen
Dit is waar financiële eindbazen verschil maken. Want hier kun je zelf aan de knoppen draaien. Iedereen kan zijn AOW en eventuele werkgeverspensioen aanvullen door zelf in te leggen op een speciale pensioenrekening.
Dan kan je:
zelf kiezen hoeveel je inlegt
zelf kiezen of je spaart, of lekker passief gaat beleggen
enorme belastingvoordelen krijgen
flexibiliteit en controle terugkrijgen
Nogmaals: vooral voor zzp’ers en zelfstandigen is deze pijler belangrijk. Jullie hebben geen werkgever die pensioen regelt. Je bént zelf de baas - en nu dus ook je eigen pensioenfonds.
Pijler 4: Zelf sparen en beleggen
Je kan er ook voor kiezen om tijdens je werkende leven gewoon heel veel te sparen en beleggen, zonder dat geld officieel te oormerken als geld voor je pensioen.
Dat is de meest vrije oplossing, en mijns inziens iets wat je sowieso óók moet doen.
Maar het is niet altijd per se de meest slimme oplossing. Omdat zo'n speciale pensioenrekening uit pijler 3 een aantal heel fijne voordelen met zich meebrengt.
5. Lijfrente – de extra pensioenpot voor financiële eindbazen
Misschien heb je wel eens van het woord lijfrente gehoord. Het betekent niks anders dan: pensioen opbouwen in pijler 3. Dat kan door te sparen of te beleggen - maar daarover zo meer.
Dus: naast AOW (pijler 1) en je pensioen via je werkgever (pijler 2) kun je zelf een extra pot bouwen, speciaal voor later. Dit is voor iedereen die geen zin heeft om tot z’n 85ste achter een bureau te zitten.
De overheid wil graag dat je extra pensioen opbouwt voor later. Daarom krijg je - nu wordt het echt leuk - belastingvoordeel.
6. Welke belastingvoordelen krijg je dan?
Er zijn er twee.
Geld dat je inlegt op een pensioenrekening, wordt afgetrokken van je bruto inkomen of winst.
→ Daarover betaal je dus geen inkomstenbelasting. Afhankelijk van de hoogte van je inkomen, bespaar je daarmee 35.82% tot 49.5% van de inleg.
Overigens, wanneer je het opgebouwde pensioen ooit gaat laten uitkeren, betaal je wel belasting over dat inkomen. Maar omdat je dan een AOW’er ben en je inkomen niet superhoog zal zijn, wordt dat een veel lager belastingtarief van (in 2025) 17,92%.
Over al het geld dat op een pensioenrekening staat, betaal je geen vermogensbelasting.
→ Bij normale beleggingen is dat in 2025 2,2%.
Je betaalt in Nederland pas vermogensbelasting als je boven een bepaalde grens zit. In 2026 is dat € 51.396. Met een fiscaal partner verdubbelt dat bedrag naar € 102.792.
Je krijgt al dat belastingvoordeel niet zomaar. De tegenprestatie: je pot zit op slot.
Je kunt er niet tussendoor aan zitten — het zit letterlijk op slot tot je pensioenleeftijd. Of nou ja, alleen tegen extreem hoge kosten. Je betaalt dan alsnog het hoge belastingtarief van 49,5%, plus een soort boeterente van 20%. Dat kost je dus bijna driekwart van het bedrag dat je wil opnemen.
Dat klinkt streng, maar eerlijk: het is vaak een voordeel. Dit potje is niet bedoeld voor impulsaankopen. Want je kúnt dus niet ineens denken:
“Ooooh, die elektrische bakfiets met 14 versnellingen en ingebouwde cappuccinomachine is wel héél verleidelijk…”
Met een gewone spaarrekening (pijler 4) kun je die verleiding wél moeilijk weerstaan. Met pijler 3: onmogelijk. Je pot blijft netjes groeien zoals het hoort.
Op je pensioenleeftijd krijg je de keuze. Laat je het geld op je derde-pijler-rekening nog even door renderen? Of zet je je lijfrente om in een uitkering om je basispensioen aan te vullen? Dat kan zijn:
een maandelijkse uitkering
een flexibele periodieke uitkering
bij een bank of verzekeraar die jij kiest.
Daar betaal je dan belasting over. Maar meestal in een veel lager tarief dan nu. Slimme deal.
7. Jaarruimte: hoeveel mag je eigenlijk storten?
Ten slotte is er nog een spelregel in ruil voor de belastingcadeautjes. Je mag niet zomaar oneindig geld inleggen.
De overheid rekent per jaar uit hoeveel pensioen je tekort komt via pijler 1 en 2.
Dat tekort heet jaarruimte. En dát bedrag mag je dus aftrekken en in een lijfrentepot stoppen.
Die jaarruimte is dus voor iedereen anders. Bij veel pensioenaanbieders kan je hem simpel berekenen. Bijvoorbeeld bij BrightPensioen: daar hebben ze deze jaarruimteberekenaar.
8. Pensioenbeleggen – de turbo-optie voor mensen met geduld
Je kan in die derde pijler (dus op zo'n afgesloten pensioenrekening) op verschillende manieren je geld bewaren en opbouwen. Door ouderwets te sparen. Je geniet dan wel van de belastingvoordelen, maar hebt weinig rendement door de lage spaarrentes.
Je kan ook: pensioenbeleggen.
Deze optie wordt aangeboden door verschillende banken en verzekeraars, en is ideaal.
Je belegt je geld dan vaak in indexfondsen of een andere passieve strategie. En beleggen in combinatie met de noodgedwongen lange termijn (want je kan tussentijds niks opnemen) is een zeer effectieve manier om je geld meer waard te laten worden.
Grote kans op hoger rendement dan bij sparen.
De belastingvoordelen laten je nog meer inleggen en je geld nog sneller groeien.
Automatisch beleggingsprofiel: jong → meer risico, oud → rustiger.
Het enige nadeel van beleggen is dat geld in de tussentijd ook in waarde kan dalen. Dat is maar tijdelijk maar kan toch ongemakkelijk zijn om te zien. Ook hier werkt het juist in je voordeel dat het geld vast op de rekening staat. Op de lange termijn levert beleggen altijd geld op.
En vergis je niet. Al je geld in de tweede pijler, dat via werkgevers naar pensioenfondsen is overgemaakt, staat óók in beleggingen.
Pensioenbeleggen is ideaal voor iedereen die nu in een keer zijn pensioen wil regelen en er daarna jaren niet meer over na wil denken.
Hoe eerder, hoe beter. de tijd werkt in je voordeel.
9. De ultieme strategie: een combinatiepensioen
Kijk, waar het om gaat is dit: je hebt opties. Je hóeft niet te kiezen.
Sterker nog: een slimme pensioenstrategie is meestal een mix van pijlers:
Pijler 1 → AOW, automatisch.
Pijler 2 → pensioen via werkgever (als je dat hebt).
Pijler 3 → lijfrente of pensioenbeleggen voor extra kracht.
Pijler 4 → vrij sparen of beleggen, voor extra vrijheid en flexibiliteit.
Met een combinatie-pensioen van meerdere pijlers:
ben je minder afhankelijk van “wie wil er nou werken tot zijn dood?”-scenario’s;
bouw je vermogen op zónder dat je er steeds over hoeft na te denken;
en zorg je voor een toekomst waarin je lekker je gang kunt gaan, zonder financiële stress.
ook vóór je pensioenleeftijd.
Het hangt af van je persoonlijke situatie. Dit zijn vragen die je voor jezelf moet beantwoorden. Wanneer wil je (kunnen) stoppen met werken? Eerder? Dan heb je ook flink wat pijler 4-geld nodig. Later? Dan kun je het af met meer uit pijler 3. Heb je al een goed werkgeverspensioen? En hoeveel denk je nodig te hebben.
Een combinatie van pijler 3 en 4 is hoe ik het zelf doe. Daarover heb ik al veel geschreven op andere plekken.
Waar het om gaat: denk erover na. Wie wil er nou werken tot zijn dood? Precies niemand.
Een pensioen is geen saai verhaal. Het is je ticket naar:
tijd
vrijheid
keuzes kunnen maken
achter de geraniums zitten wanneer jij dat wilt
of juist nooit, want misschien wil je wel blijven knallen tot het bittere einde
Wat je keuze ook is:
Begin op tijd. Spreid je risico’s. Combineer de pijlers. Laat je geld slim werken.
Geranium-power voor iedereen.
Bekijk de beste pensioenrekeningen

